G40LM41

| Nederlands | Handleiding | Greenworks |

De G40LM41 is de pragmatische grasmaaier om de klus moeiteloos te klaren. Met een maaibreedte van 41 cm is hij breed genoeg om een oppervlakte tot 800 m2 op één lading aan te pakken, en klein genoeg om gemakkelijk op te bergen of te dragen met de geïntegreerde handgreep aan de bovenkant. Hij is veelzijdig met een 2-in-1-functie voor mulchen en achteropvang. Dankzij de vijf verschillende maaihoogtes is zelfs de meest uitdagende tuin een plezier om te onderhouden. Greenworks – houdt het simpel.

TECHNISCHE GEGEVENS

Grasmaaier: 2504707
Freesbreedte: 41 cm
Height of cut: 25 mm - 80 mm
Snelheid zonder lading: 3500 RPM
Gemeten geluidsdrukniveau: LpA: 70.3 dB(A)
Gegarandeerd geluidsdrukniveau: LwA : 90.3 dB(A), K=1.97 dB
Trillingsniveau: ≤ 2.5 m/s²
Capaciteit grasopvangbak: 50 L
Netto gewicht: 40 lbs (18 kg)
Reservemaaiblad: 2920207
Accu: Lithium-ion
Modelnummer : 29717 / 29727
Acculader:
Modelnummer: 2910907 / 2904607 / 2904707

VERKLARING

1. Aan-/uithendel
2. Startknop
3. Motorbesturingskabel
4. Snelle ontgrendelbinders
5. Onderste handgreep
6. Accudeur
7. Voorwiel
8. Achterwiel
9. Hoogte-afstelknop
10. Snelle ontgrendelbinders
11. Grasopvangbak
12. Achterdeur
13. Bovenste handvat
14. Onderste handgreep
15. Knop
16. Handgreep grasopvangbak
17. Gleuven
18. Deurstaaf
19. Zaagblad
20. Maaibladisolator
21. Afstandsstuk
22. Maaibladmoer
23. Maaibladhouder
24. Motoras
25. Accu (niet inbegrepen)
26. Speciale sleutel (niet inbegrepen)
27. Houtblok (niet inbegrepen)

WAARSCHUWING
Het gebruik van een ander accupack kan leiden tot risico op brand, elektrische schok of lichamelijke letsels.

KEN UW GRASMAAIER

Zie afbeelding 1.

Het veilig gebruik van het product vereist dat u de informatie op het werktuig en in deze gebruiksaanwijzing begrijpt en kennis heeft over het project dat u probeert uit te voeren. Voor u dit product gebruikt, dient u zichzelf bekend te maken met alle werkende eigenschappen en veiligheidsvoorschriften.

GRASOPVANGBAK
De grasopvangbak verzamelt grasafval en voorkomt dat het over uw gazon wordt verspreid terwijl u maait.

HOOGTE-AFSTELKNOP
De hoogte-afstelknop maakt het mogelijk om de hoogte af te stellen.

MOTORBESTURINGSKABEL
De motorbesturingskabel die zich op de bovenste handgreep op de grasmaaier bevindt, koppelt en ontkoppelt de motor en het maaiblad.

ONDERSTE HANDGREEP
Uw grasmaaier is uitgerust met een mulching plug die de achterste uitlaatopening afdekt, wat het maaiblad toelaat het gras te maaien en opnieuw te maaien voor f ijner afval.

MONTAGE

UITPAKKEN
Dit product vereist montage.
■ Neem het product en de accessoires voorzichtig uit de doos. Zorg ervoor dat alle opgelijste items op de verpakkingslijst zijn inbegrepen.

WAARSCHUWING
Gebruik dit product niet als er onderdelen op de verpakkingslijst al op uw product zijn gemonteerd wanneer u dit uitpakt. Onderdelen op deze lijst zijn door de fabrikant niet op het product gemonteerd en moeten door de klant worden geïnstalleerd. Het gebruik van een product dat onjuist is gemonteerd kan leiden tot ernstige letsels.

■ Inspecteer het product nauwkeurig om zeker te zijn dat er geen defect is opgetreden of het geen schade heeft opgelopen tijdens het verzenden.
■ Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u het product zorgvuldig heeft geïnspecteerd en met succes heeft gebruikt.
■ Als er onderdelen beschadigd zijn of ontbreken, nee m dan contact op met uw Greenworks tools onderhoudscentrum voor hulp.

VERPAKKINGSLIJST

■ Grasmaaier
■ Batterijsleutel
■ Grasopvangbak
■ Mulching plug
■ Gebruiksaanwijzing

WAARSCHUWING
Als er onderdelen zijn beschadigd of ontbreken, gebruik dan het toestel niet vooraleer de onderdelen werden vervangen. Gebruik van dit product met beschadigde of ontbrekende onderdelen kan leiden tot ernstige letsels.

WAARSCHUWING
Probeer het toestel niet aan te passen of toebehoren te creëren waarvan het gebruik in combinatie met dit toestel niet is aangewezen. Een dergelijke aanpassing of wijziging wordt als misbruik beschouwd en kan leiden tot gevaarlijke situaties die ernstige verwondingen kunnen veroorzaken.

WAARSCHUWING
Breng de isolatorsleutel niet in tot de montage voltooid is en u klaar bent om te maaien. Wanneer u dit niet naleeft kan dit leiden tot accidenteel opstarten en mogelijk ernstige letsels.

WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de machine per ongeluk start, wat ernstige letsels kan veroorzaken, verwijdert u het accupack altijd van het product wanneer u onderdelen monteert.

WAARSCHUWING
Gebruik de maaier nooit wanneer de aangepaste veiligheidsvoorzieningen niet zijn geïnstalleerd en niet werken. Bedien de grasmaaier nooit met beschadigde veiligheidsvoorzieningen. Wanneer u het toestel met beschadigde of ontbrekende onderdelen gebruikt, kan dit mogelijks ernstige letsels veroorzaken.

ONDERSTE HANDVAT ONTVOUWEN EN AFSTELLEN

Zie afbeelding 2.

■ Trek het bovenste handvat naar omhoog en naar u toe om het handvat in bedrijfspositie te brengen. Zorg ervoor dat de handvatten stevig vastklikken.
■ Span het onderste handvat met de snelle ontgrendelbinders aan beide zijden aan.

OPMERKING: Voor een goede montage, zorgt u ervoor dat beide zijden in dezelfde positie zijn afgesteld.

INSTALLEREN VAN DE BOVENSTE HANDGREEP

Zie afbeelding 3.

■ Lijn de montagegaten aan het bovenste en onderste handvat af. Maak het bovenste handvat vast met de snelle ontgrendelbinders aan beide zijden. Herhaal deze handeling aan de andere zijde.

INSTALLING THE GRASSBOX

Zie afbeelding 4.

■ Til de achterkant ontlading deur.
■ Hef de grasopvangbak aan het handvat op en plaats het onder de achterste uitlaatdeur zodat de haken op de grasopvangbak op de gleuf rusten.
■ Laat de achterste uitlaatdeur los. Indien correct geïnstalleerd, zullen de haken van de grasvanger door de openingen op de achterste uitlaatdeur uitsteken.

MULCHING PLUG INSTALLEREN

Zie afbeelding 5.

■ Hef de achterste uitlaatdeur op en houd deze vast.
■ Neem de mulching plug aan de handgreep vast en breng deze in een kleine hoek in, zoals getoond.
■ Druk de mulching plug stevig op haar plaats.
■ Laat de achterste uitlaatdeur naar beneden.

SNIJBLADHOOGTE INSTELLEN

Zie afbeelding 6.

Wanneer de grasmaaier wordt verscheept, zijn de wielen op een lage maaipositie ingesteld. Vooraleer u de maaier voor het eerst gebruikt, stelt u de maaipositie af volgens de hoogte die voor uw gazon het best geschikt is. Het gemiddelde gazon moet tussen de 38 mm en 51 mm tijdens koude en tussen de 51 mm en 70 mm tijdens warme maanden bedragen.

Maaibladhoogte afstellen
■ Om de maaibladhoogte te verhogen, drukt u op de hoogte-afstelknop en heft u de grasmaaimachine op.
■ Om de maaibladhoogte te verminderen, drukt u op de hoogte-afstelknop en laat u de grasmaaimachine zakken.

BEDIENING

WAARSCHUWING
Laat uw waakzaamheid niet verslappen als u eenmaal vertrouwd bent geraakt met het apparaat. Vergeet niet dat één seconde onoplettendheid voldoende is om ernstig letsel te veroorzaken.

WAARSCHUWING
Draag altijd gehoorbescherming. Er kunnen wegspattende deeltjes in uw ogen komen en ernstig oogletsel veroorzaken als u zich hier niet aan houdt.

WAARSCHUWING
Gebruik geen andere onderdelen of accessoires dan die door de fabrikant voor dit apparaat zijn aanbevolen. Bij gebruik van niet aanbevolen onderdelen of accessoires bestaat gevaar voor ernstig lichamelijk letsel.

WAARSCHUWING
Inspecteer voor gebruik de grasmaaier altijd op ontbrekende of beschadigde onderdelen en het maaiblad op schade, ongelijke of overdreven slijtage. Gebruik van dit product met beschadigde of ontbrekende onderdelen kan leiden tot ernstige letsels.

■ Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor start of inschakelt, tenzij de grasmaaier voor het starten moet worden gekanteld. In dit geval mag u niet meer dan absoluut noodzakelijk kantelen en alleen het onderdeel opheffen dat van de bediener is weggericht.
■ Start de motor niet wanneer u voor de uitlaat staat.
■ Steek uw handen of voeten niet in de buurt van of onder ronddraaiende onderdelen. Houd de uitlaatopening altijd vrij.

Voor v ol ledi ge op l aadi ns t ru ct i es, v erw i j zen wij naar de gebruiksaanwijzing voor uw accupack en oplaadmodellen.

ACCUPACK INSTALLEREN

Zie afbeelding 7.

■ Hef het accudeksel op en houd het omhoog.
■ Lijn de batterij met de batterijpoort van de maaier af.
■ Zorg ervoor dat de batterijontgrendelknop op zijn plaats klikt en dat de batterij volledig op zijn plaats zit en beveilig de grasmaaimachine voor u ermee begint te werken.
■ Plaats de batterijsleutel.
■ Als de machine niet onmiddellijk wordt gebruikt, plaatst u de batterijsleutel niet.
■ Sluit de deur.

ACCUPACK VERWIJDEREN

Zie afbeelding 7.

■ Leg de motor stil en laat de aan-/uithendel los.
■ Open de batterijdeur.
■ Verwijder de batterijsleutel.
■ Druk op de batterijontgrendelnop op de grasmaaimachine. Dit zorgt ervoor dat de batterij lichtjes uit de machine uitsteekt.
■ Verwijder het accupack van het product.

GRASMAAIMACHINE STARTEN/STOPPEN

Zie afbeelding 8.

■ Open de batterijdeur en installeer de batterij.
■ Druk op de startknop en houd deze ingedrukt.
■ Trek de aan-/uithendel naar omhoog tot aan het handvat om de grasmaaimachine te starten en de laat de sleutel los.
■ Om de grasmaaimachine stil te leggen, laat u de schakelaarcontrolehendel los.

OPMERKING : Er kan een hoog geluid weerklinken en er kunnen vonken zijn als de elektrische motor vertraagt. Dit is normaal.

MAAITIPS

■ Zorg ervoor dat het gazon vrij is van stenen, stokken, kabels en andere voorwerpen die de maaibladen of motor van de grasmaaier zouden kunnen beschadigen. Maai niet over palen of andere metalen palen. Zulke voorwerpen kunnen per ongeluk door de grasmaaier in gelijk welke richting worden opgeworpen en ernstige verwondingen bij de bediener en anderen veroorzaken.
■ Voor een gezond gazon maait u altijd een derde of minder van de totale lengte van het gras.
■ Maai geen nat gras, het zal aan de onderkant van de behuizing blijven vasthangen en voorkomen dat het grasafval goed in de graszak terechtkomt of wordt uitgelaten.
■ Bij nieuw of dik gras kan een smallere maaibreedte of een hogere maaihoogte nodig zijn.
■ Reinig de onderkant van de behuizing na elk gebruik om grasafval, bladeren, vuil en andere opgehoopt puin te verwijderen.
■ Wanneer u lang gras maait, stapt u best trager om efficiënter maaien toe te laten en ervoor te zorgen dat het afval goed wegraakt.

OPMERKING: Stop de grasmaaier altijd, laat de maaibladen volledig tot stilstand komen en verwijder de isolatorsleutel voor u onder de grasmaaier reinigt.

BEDIENING OP HELLINGEN

WAARSCHUWING
Hellingen zijn een belangrijke factor verbonden met wegglijden en vallen, wat kan leiden tot ernstige letsels. Werken op hellingen veronderstelt bijzondere voorzichtigheid. Indien u zich op een helling ongemakkelijk voelt, maai deze dan niet. Probeer voor uw eigen veiligheid geen hellingen te maaien van meer dan 15 graden.

■ Maai dwars langs hellingen, nooit op en neer. Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van richting verandert.
■ Kijk uit voor gaten, sporen, stenen, verborgen voorwerpen of obstakels die ervoor kunnen zorgen dat u struikelt of wegglijdt. Lang gras kan hindernissen verbergen. Verwijder alle voorwerpen, zoals stenen, takken, enz. waarover u kunt vallen of die door het snijblad kunnen worden weggeslingerd.
■ Wees altijd zeker de manier waarop u staat. Wegglijden of vallen kan ernstige letsels veroorzaken. Als u voelt dat u het evenwicht verliest, laat u de aan/ uit-handel onmiddellijk los.
■ Maai niet in de buurt van afgronden, grachten of oevers; u kunt uw evenwicht of vaste ondergrond verliezen.

GRASOPVANGBAK LEEGMAKEN

Zie afbeelding 9.

■ Stop de grasmaaimachine, laat de maaibladen volledig stilvallen en verwijder de isolatorsleutel.
■ Hef de achterste deur op.
■ Houd de grasopvangbak aan de handgreep vast om deze van de grasmaaier te verwijderen.
■ Verwijder het grasafval.
■ Hef de achterste deur op en herinstalleer de grasopvangbak, zoals eerder in deze gebruiksaanwijzing beschreven.

ONDERHOUD

WAARSCHUWING
Voor u onderhoudswerken uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de accu en isolatorsleutel van de grasmaaier altijd verwijderd zijn om te voorkomen dat de maaier per ongeluk start en mogelijks ernstige letsels veroorzaakt.

WAARSCHUWING
Wanneer u onderhoud uitvoert mag u uitsluitend geautoriseerde vervangonderdelen gebruiken. Het gebruik van enige andere onderdelen kan gevaarlijk zijn of schade aan het toestel veroorzaken.

WAARSCHUWING
Houd de motor en accucompartimenten vrij van gras, bladeren en overdreven vet. Dit zal het risico op brand verminderen.

ALGEMEEN ONDERHOUD
Voor elk gebruik dient u het gehele product te controleren om beschadigde, ontbrekende of losse onderdelen, zoals schroeven, moeren, bouten, doppen, etc.
Maak alle binders en doppen stevig vast en gebruik dit product niet tot alle ontbrekende of beschadigde onderdelen vervangen zijn. Bel de Greenworks tools klantendienst voor hulp. Vermijd het gebruik van oplosmiddelen wanneer u kunststof onderdelen schoonmaakt. De meeste soorten plastic zijn gevoelig voor schade, veroorzaakt door verschillende soorten commerciële oplosmiddelen en kunnen door hun gebruik worden beschadigd. Gebruik schone doeken om vuil, stof, olie, vet, etc. te verwijderen.

WAARSCHUWING
Laat op geen elk moment remvloeistoffen, benzine, producten op petroleumbasis, penetrerende oliën, etc. in contact komen met kunststof onderdelen. Chemicaliën kunnen kunststof beschadigen, verzwakken of vernietigen, wat kan leiden tot ernstige letsels.

Controleer regelmatig of alle moeren en bouten nog goed vast zitten om het veilig gebruik van de grasmaaier te verzekeren.
Wrijf de grasmaaier regelmatig met een droog doek schoon. Gebruik geen water.

SMERING
Alle lagers in dit toestel werden met voldoende smeermiddel van hoge kwaliteit gesmeerd, wat zou moeten volstaan voor de volledige levensduur van het toestel onder normale gebruiksomstandigheden. Aanvullende smering is dus niet nodig.

WAARSCHUWING
Bescherm altijd uw handen door veiligheidshandschoenen te dragen en/of de snijranden van het snijblad met doeken en ander materiaal in te pakken wanneer u onderhoudswerken aan het snijblad uitvoert. Contact met het maaiblad kan leiden tot ernstige letsels.

WAARSCHUWING
Smeer geen enkel onderdeel van de wielen. Smering kan ertoe leiden dat de wielonderdelen falen tijdens het gebruik, wat kan leiden tot ernstige letsels voor de gebruiker en/of grasmaaier of materiële schade.

SNIJBLAD VERVANGEN

Zie afbeelding 10-11.

OPMERKING: Gebruik uitsluitend geautoriseerde vervangmaaibladen. Vervang versleten of beschadigde maaibladen en moeren in paren om het evenwicht te bewaren.

■ Leg de motor stil en laat de aan-/uithendel los. Maaiblad volledig tot stilstand komen.
■ Accupack verwijderen.
■ Kantel de grasmaaier op zijn kant.
■ Stop een blok hout tussen het snijblad en de behuizing van de grasmaaier om te voorkomen dat het snijblad draait.
■ Maak de bladbout los door deze tegen de richting van de wijzers van de klok te draaien (zoals gezien vanaf de onderkant van de grasmaaimachine) met een 27 mm-sleutel of dop (niet meegeleverd).
■ Verwijder de bladbout en het blad.
■ Plaats het nieuwe blad op de schacht. Zorg ervoor dat het blad stevig vast zit, waarbij de schacht door de middenste bladopening gaat en de twee bladpennen op de ventilator door hun respectievelijke openingen op het blad uitsteken. Zorg ervoor dat het is geïnstalleerd met de gebogen uiteinden naar boven is gericht in de richting van het maaidek en niet naar de grond. Wanneer goed geïnstalleerd, moet het blad vlak tegen de ventilator rusten.
■ Draad de bladbout op de schacht en span handvast aan.
■ Verminder het draaimoment van de maaibladmoer door deze in de richting van de wijzers van de klok te draaien met behulp van een momentsleutel (niet ingebrepen) om ervoor te zorgen dat de bout stevig is vastgemaakt. Het aangewezen draaimoment voor de maaibladmoer is 62.5~71.5 kgf cm (350-400 in. lb).

MILIEUBESCHERMING

■ De milieubescherming moet een belangrijk en prioritair aspect vormen voor het gebruik van de machine, ten gunste van de civiele samenleving en de omgeving waarin we leven. Wees geen storend element voor uw buren.
■ Volg nauwgezet de plaatselijke normen voor het verwerken van de verpakking, olie, benzine, filters, versleten delen of eender welk element met een sterke invloed op de omgeving; dit afval mag niet met de huisafval weggeworpen worden, maar moet gescheiden worden en aan speciale verzamelcentra toevertrouwd worden, die de recyclage van de materialen zullen verzorgen.
■ Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking van het snijafval.
■ Bij het buiten bedrijf stellen van de machine, mag deze nooit in het milieu achtergelaten worden maar moet ze naar een opvangcentrum gebracht worden, volgens de geldende plaatselijke normen.

greenworks g40lm41
© «Org-Info.Mobi»