G40PS20

| Nederlands | Handleiding | Greenworks |

 

Hoge takken en dicht groen zorgen vaak voor een delicate werkomgeving. De 40V-paalzaag van Greenworks heeft niet alleen een staaf van 20 cm, maar is ook licht van gewicht, waardoor u op verschillende hoogtes kunt werken met meer stabiliteit en prestaties. Het heeft een afneembare, driedelige, gereedschapsloze schacht voor eenvoudig transport en opslag. Onze stokzaag elimineert niet alleen ladders door u het bereik te geven dat u nodig hebt, maar verwijdert ook een ander gevaar: benzine. Greenworks – het leven gemakkelijker maken.

Handleiding

Beoogd gebruik

Uw Greenworkstools accu-hoogsnoeier is ontworpen voor het snoeien van bomen. Deze tool is alleen bedoeld voor gebruik door consumenten.

Uw Greenworkstools-oplader is ontworpen voor het opladen van Greenworkstools-accu's van het type dat bij dit gereedschap wordt geleverd.

Veiligheidsinstructies

Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap

Waarschuwing! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet opvolgen van alle instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies voor toekomstig gebruik.
De term "elektrisch gereedschap" in alle onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw op het elektriciteitsnet aangesloten (met snoer) elektrisch gereedschap of op batterijen (snoerloos) elektrisch gereedschap.

1. Veiligheid op de werkplek

a. Houd het werkgebied schoon en goed verlicht. Rommelige en donkere gebieden nodigen uit tot ongelukken.
b. Gebruik elektrisch gereedschap niet in explosieve atmosferen, zoals in de buurt van ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap creëert vonken die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden.
c. Houd kinderen en omstanders uit de buurt tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap. Afleiding kan ertoe leiden dat u de controle verliest.

2. Elektrische veiligheid

a. Stekkers voor elektrisch gereedschap moeten in het stopcontact passen. Wijzig de stekker op geen enkele manier. Gebruik geen adapterstekkers bij geaard (geaard) elektrisch gereedschap. Onaangepaste stekkers en bijpassende stopcontacten verminderen het risico op elektrische schokken.
b. Vermijd lichamelijk contact met geaarde of geaarde oppervlakken zoals buizen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er is een verhoogd risico op elektrische schokken als uw lichaam geaard of geaard is.
c. Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of natte omstandigheden. Water dat een elektrisch gereedschap binnendringt, vergroot het risico op een elektrische schok.
d. Maak geen misbruik van het snoer. Gebruik het snoer nooit om het elektrisch gereedschap te dragen, te trekken of los te koppelen. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of bewegende onderdelen. Beschadigde of verwarde snoeren verhogen het risico op elektrische schokken.
e. Als u elektrisch gereedschap buitenshuis gebruikt, gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een snoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis, vermindert het risico op elektrische schokken.

3. Persoonlijke veiligheid

a. Blijf alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand bij het bedienen van elektrisch gereedschap. Gebruik geen elektrisch gereedschap als u moe bent of onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
b. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. Draag altijd oogbescherming. Beschermende uitrusting zoals een stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbescherming die voor geschikte omstandigheden wordt gebruikt, zal persoonlijk letsel verminderen.
c. Voorkom onbedoeld starten. Zorg ervoor dat de schakelaar in de uit-stand staat voordat u het gereedschap aansluit op de stroombron en/of accu, oppakt of draagt. Het dragen van elektrisch gereedschap met uw vinger op de schakelaar of het activeren van elektrisch gereedschap waarbij de schakelaar is ingeschakeld, leidt tot ongelukken.
d. Verwijder eventuele stelsleutels of sleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Een moersleutel of een sleutel die aan een draaiend onderdeel van het elektrisch gereedschap is bevestigd, kan leiden tot persoonlijk letsel.
e. Overdrijf niet. Houd te allen tijde een goede basis en evenwicht. Dit zorgt voor een betere controle over het elektrische gereedschap in onverwachte situaties.
f. Kleed u naar behoren. Draag geen losse kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Losse kleding, sieraden of lang haar kunnen vast komen te zitten in bewegende delen.
g. Als er apparaten zijn voor het aansluiten van stofafzuig- en opvangvoorzieningen, zorg er dan voor dat deze zijn aangesloten en correct worden gebruikt. Het gebruik van stofafzuiging kan stofgerelateerde gevaren verminderen.

4. Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap

a. Forceer het elektrische gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrische gereedschap voor uw toepassing. Het juiste elektrische gereedschap zal het werk beter en veiliger doen in het tempo waarvoor het is ontworpen.
b. Gebruik het elektrische gereedschap niet als de schakelaar het niet in- en uitschakelt. Elk elektrisch gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden bediend, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c. Haal de stekker uit het stopcontact en/of de accu van het elektrische gereedschap voordat u aanpassingen maakt, accessoires verwisselt of elektrisch gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het elektrische gereedschap per ongeluk wordt gestart.
d. Bewaar niet-gebruikt elektrisch gereedschap buiten het bereik van kinderen en laat niet toe dat personen die niet bekend zijn met het elektrische gereedschap of deze instructies het elektrisch gereedschap bedienen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk in de handen van ongetrainde gebruikers.
e. Onderhoud elektrisch gereedschap. Controleer op verkeerde uitlijning of vastlopen van bewegende onderdelen, breuk van onderdelen en andere omstandigheden die de werking van het elektrisch gereedschap kunnen beïnvloeden. Als het beschadigd is, laat het elektrische gereedschap dan vóór gebruik repareren. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch gereedschap.
f. Houd snijgereedschappen scherp en schoon. Goed onderhouden snijgereedschappen met scherpe snijkanten zullen minder snel vastlopen en zijn gemakkelijker te controleren.
g. Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren en gereedschapsbits etc. In overeenstemming met deze instructies, rekening houdend met de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Gebruik van het elektrisch gereedschap voor andere dan de beoogde werkzaamheden kan leiden tot een gevaarlijke situatie.

5. Gebruik en onderhoud van accugereedschap

a. Laad alleen op met de door de fabrikant gespecificeerde oplader. Een oplader die geschikt is voor één type accu kan brandgevaar opleveren bij gebruik met een ander accupakket.
b. Gebruik elektrisch gereedschap alleen met speciaal daarvoor bestemde accu's. Het gebruik van andere accu's kan een risico op letsel en brand veroorzaken.
c. Als de accu niet in gebruik is, houd deze dan uit de buurt van andere metalen voorwerpen, zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen, die een verbinding kunnen maken van de ene aansluiting naar de andere. Het kortsluiten van de accupolen kan brandwonden of brand veroorzaken.
d. Onder verkeerde omstandigheden kan er vloeistof uit de batterij komen; Vermijd contact. Als er per ongeluk contact is, spoel dan met water. Als vloeistof in contact komt met de ogen, zoek dan ook medische hulp. Vloeistof die uit de batterij komt, kan irritatie of brandwonden veroorzaken.

6. Dienst

a. Laat uw elektrisch gereedschap onderhouden door een gekwalificeerde reparateur die uitsluitend identieke vervangingsonderdelen gebruikt. Dit zorgt ervoor dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap behouden blijft.

Aanvullende veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap

Waarschuwing!
Aanvullende veiligheidsinstructies voor hoogsnoeiers
In deze gebruiksaanwijzing wordt het beoogde gebruik beschreven. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden die niet bedoeld zijn; gebruik het gereedschap bijvoorbeeld niet om bomen te vellen. Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van een handeling met dit gereedschap anders dan die worden aanbevolen in deze handleiding, kan een risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen.
♦ Houd elektrisch gereedschap vast aan geïsoleerde greepoppervlakken wanneer u een bewerking uitvoert waarbij het snijgereedschap in contact kan komen met verborgen bedrading of zijn eigen snoer. Contact met een "stroomvoerende" draad zal ook blootliggende metalen delen van het elektrisch gereedschap "onder spanning brengen" en de gebruiker een elektrische schok geven.
♦ Draag nauwsluitende en beschermende kleding, waaronder een veiligheidshelm met vizier/bril, oorbeschermers, antislip veiligheidsschoenen, beschermende bretelbroeken en stevige leren handschoenen.
♦ Ga altijd uit het pad van vallende takken.
♦ De veilige afstand tussen een te kappen tak en omstanders, gebouwen en andere objecten is minimaal 2 1/2 maal de lengte van de tak. Elke omstander, gebouw of object binnen deze afstand loopt het risico geraakt te worden door de vallende tak.
♦ Plan vooraf een veilige uitweg uit vallende bomen of takken. Zorg ervoor dat de uitgangsroute vrij is van obstakels die beweging kunnen voorkomen of belemmeren. Onthoud dat nat gras en vers gemaaid schors glad zijn.
♦ Zorg dat er bij een ongeval iemand in de buurt (maar op veilige afstand) is.
♦ Gebruik het gereedschap niet terwijl u in een boom, op een ladder of op een ander onstabiel oppervlak staat.
♦ Blijf te allen tijde goed staan ​​en in evenwicht.
♦ Houd het gereedschap stevig met beide handen vast wanneer de motor draait.
♦ Zorg ervoor dat de bewegende ketting geen voorwerpen aan de punt van het zaagblad raakt.
♦ Begin pas met zagen als de ketting op volle snelheid draait.
♦ Probeer geen eerdere snede in te voeren. Maak altijd een verse snede.
♦ Pas op voor verschuivende takken of andere krachten die een snede kunnen sluiten en in de ketting kunnen knijpen of vallen.
♦ Probeer geen tak af te snijden als de diameter van de tak groter is dan de snijlengte van het gereedschap.
♦ Verwijder altijd de accu van het gereedschap en plaats de kettingafdekking over de ketting wanneer u het gereedschap opbergt of vervoert.
♦ Houd de zaagketting scherp en goed gespannen. Controleer regelmatig de spanning.
♦ Schakel het gereedschap uit, laat de ketting tot stilstand komen en verwijder de accu van het gereedschap voordat u enige afstelling, service of onderhoud uitvoert.
♦ Gebruik alleen originele reserveonderdelen en accessoires.
♦ Draag de hoogsnoeier aan de handgreep met het mes in stilstand. Bij transport of opslag van de hoogsnoeier altijd de kap van het snijmechanisme aanbrengen en in de onderdelen demonteren. Door de hoogsnoeier op de juiste manier te hanteren, wordt mogelijk persoonlijk letsel en letsel aan anderen beperkt.

Veiligheid van anderen

♦ Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens, of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan ​​of instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor de hun veiligheid.
♦ Kinderen moeten onder toezicht staan ​​om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.

Trilling

De opgegeven trillingsemissiewaarden vermeld in de technische gegevens en de conformiteitsverklaring zijn gemeten in overeenstemming met een standaard testmethode voorzien door EN 60745 en kunnen worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere te vergelijken. De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt bij een voorlopige beoordeling van de blootstelling.

Waarschuwing!
De trillingsemissiewaarde tijdens het daadwerkelijke gebruik van het elektrisch gereedschap kan verschillen van de aangegeven waarde, afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. Het trillingsniveau kan oplopen tot boven het aangegeven niveau.

Bij het beoordelen van de blootstelling aan trillingen om de veiligheidsmaatregelen te bepalen die zijn vereist door 2002/44/EG om personen te beschermen die regelmatig elektrisch gereedschap gebruiken tijdens hun werk, moet bij een schatting van de blootstelling aan trillingen rekening worden gehouden met de werkelijke gebruiksomstandigheden en de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt, inclusief rekening houdend met alle onderdelen van de bedrijfscyclus, zoals de tijden waarop het gereedschap is uitgeschakeld en wanneer het stationair draait, naast de activeringstijd.

Snoeien

Voordat u probeert een boom te snoeien, moet u ervoor zorgen dat er geen statuten of voorschriften zijn die het kappen van de boom verbieden of beheersen.

♦ Houd rekening met de richting waarin een tak kan vallen. Houd rekening met alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de valrichting, waaronder:
- de lengte en het gewicht van de te zagen tak
- de beoogde valrichting
- elke ongebruikelijke zware structuur of verval van takken
- de aanwezigheid van omringende bomen en obstakels,
- inclusief overhead lijnen
- de verstrengeling met andere takken
- de snelheid en richting van de wind.
♦ Overweeg toegang tot de boomtak.
Boomtakken kunnen naar de boomstam zwaaien. Naast de gebruiker loopt elke omstander, gebouw of object onder de tak het risico door de tak te worden geraakt.

Waarschuwingssymbolen

De volgende waarschuwingssymbolen worden op het gereedschap weergegeven:

- Waarschuwing! Om het risico op letsel te verminderen, moet de gebruiker de gebruiksaanwijzing lezen.
- Stel het gereedschap niet bloot aan regen of hoge luchtvochtigheid.
- Draag altijd de handschoenen wanneer u de kettingzaag gebruikt.
- Pas op voor vallende voorwerpen. Houd omstanders op afstand.
- Gevaar voor elektrocutie. Houd minimaal 10 m afstand van bovengrondse leidingen.
- Draag altijd hoofd- en oogbescherming.
- Draag antislip veiligheidsschoenen.
- Draag altijd de bril wanneer u de kettingzaag gebruikt.
- Draag altijd de oorbeschermer wanneer u de kettingzaag gebruikt.
- Draairichting van de ketting.
- Waarschuwing! Raak de ketting niet aan bij het uitwerppunt van de spanen.

Restrisico's

Bij het gebruik van het gereedschap kunnen extra restrisico's ontstaan ​​die mogelijk niet in de bijgevoegde veiligheidswaarschuwingen zijn opgenomen. Deze risico's kunnen ontstaan ​​door verkeerd gebruik, langdurig gebruik enz.
Zelfs met de toepassing van de relevante veiligheidsvoorschriften en de implementatie van veiligheidsvoorzieningen, kunnen bepaalde restrisico's niet worden vermeden. Deze omvatten:
♦ Verwondingen veroorzaakt door het aanraken van draaiende/bewegende onderdelen.
♦ Verwondingen veroorzaakt bij het vervangen van onderdelen, messen of accessoires.
♦ Verwondingen veroorzaakt door langdurig gebruik van gereedschap. Zorg ervoor dat u regelmatig pauzeert als u een hulpmiddel voor langere tijd gebruikt.
♦ Slechthorendheid.
♦ Gezondheidsrisico's veroorzaakt door het inademen van stof dat vrijkomt bij het gebruik van uw gereedschap (voorbeeld: - werken met hout, vooral eiken, beuken en MDF).

Aanvullende veiligheidsinstructies voor batterijen en opladers

Batterijen

♦ Probeer nooit om welke reden dan ook te openen.
♦ Stel de batterij niet bloot aan water.
♦ Stel de batterij niet bloot aan hitte.
♦ Niet opslaan op plaatsen waar de temperatuur hoger kan zijn dan 40°C.
♦ Alleen opladen bij omgevingstemperaturen tussen 10°C en 40°C.
♦ Laad alleen op met de oplader die bij het apparaat/gereedschap is geleverd. Het gebruik van de verkeerde oplader kan leiden tot een elektrische schok of oververhitting van de batterij.
♦ Volg bij het weggooien van batterijen de instructies in de paragraaf "Bescherming van het milieu".
♦ Beschadig/vervorm het batterijpakket niet door een lekke band of door stoten, aangezien dit een risico op letsel en brand kan veroorzaken.
♦ Laad beschadigde batterijen niet op.
♦ Onder extreme omstandigheden kan batterijlekkage optreden. Wanneer u vloeistof op de batterijen ziet, veegt u de vloeistof voorzichtig af met een doek. Vermijd huidcontact.
♦ Volg bij huid- of oogcontact onderstaande instructies.

Waarschuwing! De batterijvloeistof kan persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken. Bij huidcontact onmiddellijk met water afspoelen. Als roodheid, pijn of irritatie optreedt, zoek dan medische hulp. Bij oogcontact onmiddellijk met schoon water afspoelen en medische hulp inroepen.

Opladers

Uw oplader is ontworpen voor een bepaalde spanning. Controleer altijd of de netspanning overeenkomt met de spanning op het typeplaatje.

Waarschuwing! Probeer nooit de oplader te vervangen door een gewone stekker.

♦ Gebruik uw Greenworkstools-oplader alleen om de batterij op te laden in het apparaat/gereedschap waarmee deze is geleverd. Andere batterijen kunnen barsten en persoonlijk letsel en schade veroorzaken.
♦ Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen op te laden.
♦ Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant of een erkend Greenworks Tools Service Center om gevaar te voorkomen.
♦ Stel de oplader niet bloot aan water.
♦ Open de oplader niet.
♦ Test de oplader niet.
♦ De oplader moet tijdens het opladen in een goed geventileerde ruimte worden geplaatst.

Symbolen op de oplader

De volgende symbolen vindt u op uw oplader:

- Uw oplader is dubbel geïsoleerd; daarom is er geen aardedraad nodig. Controleer altijd of de netspanning overeenkomt met de spanning op het typeplaatje. Probeer nooit de oplader te vervangen door een gewone stekker. Als het snoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant of een erkend Greenworkstools-servicecentrum om gevaar te voorkomen.
- De oplader is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis.
- Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.

Functies

1. Aan/uit-schakelaar
2. Vergrendelknop
3. Hoofdhandgreep
4. Zaagkop
5. Tandwieldeksel
6. Zaagblad
7. Ketting
8. Kettingmantel
9. Verlengbuis
10. Accu
11. Olietank

Fig. A


12. Oplader

Samenkomst

Waarschuwing! Verwijder voor de montage de batterij uit het gereedschap.

De batterij plaatsen en verwijderen (fig. B)

♦ Om de batterij (11) te plaatsen, moet u deze in lijn brengen met de houder op het gereedschap. Schuif de batterij in de houder en duw totdat de batterij op zijn plaats klikt.
♦ Om de batterij te verwijderen, drukt u op de ontgrendelingsknop (13) en trekt u tegelijkertijd de batterij uit de houder.

Waarschuwing! Om onbedoelde bediening te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de batterij is verwijderd en dat de kettinghuls op de zaagketting is geplaatst voordat u de volgende handelingen uitvoert. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot ernstig persoonlijk letsel.

De zaagkop monteren (fig. C)

De zaagkop kan direct op het handvat worden gemonteerd om een ​​standaard reikwijdte te bereiken.

♦ Lijn de groef aan de buitenkant van het koppeluiteinde van de handgreep (3) uit met de tong aan de binnenkant van het koppeluiteinde van de zaagkop (4). Duw de zaagkop (4) op de handgreep (3).
♦ Schuif de kraag (14) naar boven en draai deze tegen de klok in totdat hij volledig vastzit.

Waarschuwing! Controleer de verbindingen regelmatig om er zeker van te zijn dat ze goed vastzitten.

De zaagkop verlengen (fig. D)

Het maximale bereik kan worden bereikt door de verlengbuis (9) tussen de zaagkop (4) en de handgreep (3) te monteren.

♦ Lijn de groef aan de buitenkant van het koppeluiteinde van de handgreep (3) uit met de tong aan de binnenkant van het koppeluiteinde van de verlengbuis (9).
♦ Schuif de verlengbuis (9) op de handgreep (3).
♦ Schuif de kraag (15) omhoog en draai hem tegen de klok in totdat hij volledig vastzit.
♦ Lijn de groef aan de buitenkant van het koppeluiteinde van de verlengbuis (9) uit met de tong aan de binnenkant van het koppeluiteinde van de zaagkop (4).
♦ Schuif de zaagkop (4) op de verlengbuis (9).
♦ Schuif de kraag (14) naar boven en draai deze tegen de klok in totdat hij volledig vastzit.

Waarschuwing! Controleer de verbindingen regelmatig om er zeker van te zijn dat ze goed vastzitten.

De zaagkop verwijderen (fig. C & D)

Als de verlengbuis (9) is gemonteerd, moet eerst de zaagkop worden verwijderd.

♦ Om de zaagkop (4) te verwijderen, de handgreep (3) op de grond laten rusten, de kraag (14) losmaken en de zaagkop afnemen.

Gebruik maken van

Waarschuwing! Laat de tool in zijn eigen tempo werken. Niet overbelasten.

De batterij opladen (fig. A)

De batterij moet worden opgeladen voor het eerste gebruik en wanneer deze niet voldoende stroom levert voor taken die voorheen gemakkelijk konden worden gedaan.
De batterij kan tijdens het opladen warm worden; dit is normaal en duidt niet op een probleem.

Waarschuwing! Laad de batterij niet op bij omgevingstemperaturen onder 10°C of boven 40°C. Aanbevolen oplaadtemperatuur: ongeveer. 24°C.

Opmerking: De lader laadt een batterij niet op als de celtemperatuur lager is dan ongeveer 10°C of hoger dan 40°C.

♦ De batterij moet in de lader blijven en de lader begint automatisch op te laden wanneer de celtemperatuur opwarmt of afkoelt.
♦ Om de accu (10) op te laden, verwijdert u deze uit het gereedschap en plaatst u deze in de oplader (12). De batterij past maar op één manier in de oplader. Niet forceren. Zorg ervoor dat de batterij volledig in de oplader zit.
♦ Sluit de oplader aan en schakel deze in op het lichtnet.
♦ De oplaadindicator (24) gaat branden.
Het opladen is voltooid wanneer de oplaadindicator (24) continu groen brandt. De lader en de batterij kunnen voor onbepaalde tijd aangesloten blijven terwijl de LED verlicht is. De LED zal naar rood veranderen als de oplader af en toe de batterijlading opvult. De oplaadindicator (24) brandt zolang de batterij is aangesloten op de aangesloten oplader.
♦ Laad lege batterijen binnen 1 week op. De levensduur van de batterij zal aanzienlijk afnemen als deze in ontladen toestand wordt bewaard.

De batterij in de oplader laten

De lader en het batterijpakket kunnen voor onbepaalde tijd aangesloten blijven terwijl de LED brandt. De oplader houdt het batterijpakket fris en volledig opgeladen.

Diagnose van oplader

Als de oplader een zwakke of beschadigde batterij detecteert, zal de oplaadindicator (24) snel rood knipperen. Ga als volgt te werk:
♦ Plaats de batterij (10) terug.
♦ Als de oplaadindicator snel rood blijft knipperen, gebruik dan een andere batterij om te bepalen of het oplaadproces goed werkt.
♦ Als de vervangen batterij correct wordt opgeladen, is de originele batterij defect en moet deze worden ingeleverd bij een servicecentrum voor recycling.
♦ Als de nieuwe batterij dezelfde indicatie geeft als de originele batterij, laat de lader dan testen bij een erkend servicecentrum.

Opmerking: het kan tot 60 minuten duren voordat wordt vastgesteld dat de batterij defect is.

In- en uitschakelen (fig. E)

Voor uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust met een dubbel schakelsysteem. Dit systeem voorkomt dat het gereedschap per ongeluk wordt gestart.

Aanzetten

♦ Duw de vergrendelknop (2) met uw duim naar achteren en knijp tegelijkertijd in de aan/uit-schakelaar (1).
♦ Laat de vergrendelknop (2) los.

Uitschakelen

♦ Laat de aan/uit-schakelaar (1) los.

Waarschuwing! Probeer nooit een schakelaar in de aan-stand te vergrendelen.

Snoeien (fig. F)

♦ Zorg ervoor dat het gereedschap op volle snelheid draait voordat u een snede maakt.
♦ Houd het gereedschap stevig op zijn plaats om mogelijk stuiteren of zijwaartse beweging van het gereedschap te voorkomen.
♦ Leid het gereedschap met lichte druk door de tak. Bij het snoeien van zware takken, waarbij een gedeeltelijke snede kan versplinteren en de boom kan beschadigen, gaat u als volgt te werk:
- Maak de eerste snede op 15 cm van de boomstam aan de onderkant van de tak. Gebruik de bovenkant van het zaagblad (6) om deze snede te maken.
- Snijd een derde door de diameter van de ledemaat. Snijd vervolgens vanaf de bovenkant af.

Reiniging, onderhoud en opslag

Uw Greenworkstools apparaat met snoer/snoerloos apparaat/gereedschap is ontworpen om gedurende een lange periode te werken met een minimum aan onderhoud.
Voortdurende bevredigende werking hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatige reiniging.

Waarschuwing! Alvorens onderhoud uit te voeren aan elektrisch/draadloos elektrisch gereedschap:
♦ Schakel het apparaat/gereedschap uit en trek de stekker uit het stopcontact
♦ Of schakel het apparaat/gereedschap uit en verwijder de batterij als het apparaat/gereedschap een afzonderlijk batterijpakket heeft
♦ Of laat de batterij volledig leeglopen als het een integraal onderdeel is en schakel het dan uit
♦ Koppel de oplader los voordat u deze schoonmaakt. Uw oplader heeft geen onderhoud nodig, afgezien van regelmatige reiniging.

Reinig regelmatig de ventilatiesleuven in uw apparaat/gereedschap/oplader met een zachte borstel of droge doek.
Reinig het motorhuis regelmatig met een vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddel of reinigingsmiddel op basis van oplosmiddelen.
Open de boorkop regelmatig en tik erop om eventueel stof aan de binnenkant te verwijderen (indien aanwezig).

Na gebruik en voor opslag

♦ Reinig de ventilatiesleuven regelmatig met een schone, droge kwast.
♦ Gebruik alleen milde zeep en een vochtige doek om het gereedschap schoon te maken. Laat nooit vloeistof in het gereedschap komen en dompel geen enkel onderdeel van het gereedschap onder in vloeistof.
♦ Verwijder vuil met een harde borstel.
♦ Smeer de ketting met olie.

Aanbrengen en verwijderen van de zaagketting (fig. G & H)

Waarschuwing! Draag altijd beschermende handschoenen bij het installeren of verwijderen van de zaagketting. De zaagketting is scherp en kan u snijden als hij niet loopt.

♦ Plaats het gereedschap op een stevige en stabiele ondergrond.
♦ Draai de schroeven (16) los .
♦ Verwijder de schroeven.
♦ Verwijder het tandwieldeksel (5).
♦ Draai de schroef (18) linksom om het zaagblad (6) terug te laten wijken en de spanning op de zaagketting (7) te verminderen.
♦ Verwijder de oude zaagketting van het tandwiel (19) en het zaagblad (6).
♦ Leg de nieuwe zaagketting in de groef van het zaagblad en om het tandwiel. Zorg ervoor dat de tanden in de juiste richting wijzen door de pijl op de zaagketting af te stemmen op de pijl op de behuizing.
♦ Zorg ervoor dat de gleuf (20) in de geleidestang zich boven de locatiepennen (21) bevindt en dat het gat (22) onder de gleuf zich boven de afstelpen (23) bevindt.
♦ Breng het tandwieldeksel (5) en de schroeven (16) weer aan.
♦ Draai de schroeven (16) vast.
♦ Stel de kettingspanning af zoals hieronder beschreven.

Kettingspanning controleren en afstellen (fig. G)

♦ Controleer de spanning van de zaagketting. De spanning is correct wanneer de zaagketting (7) terugspringt nadat deze met lichte kracht van middelvinger en duim 3 mm van het zaagblad is weggetrokken. Er mag geen 'doorhanging' zijn tussen het zaagblad (6) en de zaagketting (7) aan de onderzijde.

Om de spanning aan te passen:
♦ Draai de schroeven (16) los.
♦ Draai de schroef (18) met de klok mee.

Waarschuwing! Span de ketting niet te strak, aangezien dit tot overmatige slijtage leidt en de levensduur van het zwaard en de ketting verkort.

♦ Als de kettingspanning correct is, draait u de schroeven (16) vast.

Waarschuwing! Als de zaagketting nieuw is, controleer dan regelmatig de spanning tijdens de eerste twee uur van gebruik, aangezien een nieuwe zaagketting iets uitrekt.

De ketting oliën

De zaagketting moet voor elk gebruik en na reiniging worden geolied met alleen de juiste kwaliteit olie (cat. nr. A6027).
♦ Olie de hele zaagketting (7) gelijkmatig in.

Opslag

Als het gereedschap enkele maanden niet zal worden gebruikt, laat u de accu idealiter aangesloten op de oplader.
Ga anders als volgt te werk:
♦ Laad de batterij volledig op.
♦ Verwijder de batterij uit het gereedschap.
♦ Bewaar het gereedschap en de batterij op een veilige en droge plaats.
♦ De opslagtemperatuur moet altijd binnen het bereik van +10°C tot +40°C blijven. Plaats de batterij op een vlakke ondergrond.
♦ Laad de batterij opnieuw volledig op voordat u het gereedschap na een langdurige opslag gebruikt.

Het milieu beschermen

Aparte collectie. Dit product mag niet met het normale huisvuil worden weggegooid.

Mocht u op een dag ontdekken dat uw Greenworkstools-product aan vervanging toe is, of als u er verder niets aan heeft, gooi het dan niet bij het huisvuil. Stel dit product beschikbaar voor gescheiden inzameling.

Gescheiden inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt het mogelijk materialen te recyclen en opnieuw te gebruiken. Hergebruik van gerecyclede materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen.

Batterijen

Gooi batterijen aan het einde van hun levensduur weg met de nodige zorg voor het milieu:
♦ Sluit de batterijpolen niet kort.
♦ Gooi de batterij(en) niet in vuur, aangezien dit kan leiden tot persoonlijk letsel of een explosie.
♦ Laat de batterij volledig leeglopen en verwijder deze vervolgens uit het gereedschap.
♦ Batterijen zijn recyclebaar. Plaats de batterij(en) in een geschikte verpakking om ervoor te zorgen dat de polen niet kunnen worden kortgesloten. Breng ze naar een erkende reparateur of een plaatselijk recyclingstation.

Technische gegevens 20157

Ingangsspanning: 40 Vdc
Onbelaste kettingsnelheid: 7,8 m/s
Max. snijlengte: 20 cm
Gewicht: 4,7 kg
Capaciteit kettingolietank : 50 ml

Batterij 29717/29727

Spanning: 40 Vdc
Capaciteit: 73 / 146 Wh
Type: Li-Ion

Oplader 29417/29447

Ingangsspanning: 100-240V Vac
Uitgangsspanning: 40 Vdc
Uitgangsstroom: 2000 mA

greenworks g40ps20
© «Org-Info.Mobi»